NieuwsProfile

Wet doorstroming huurmarkt 2015

29 januari 2016

Met de Wet doorstroming huurmarkt 2015 wordt beoogd de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur van woonruimte uit te breiden door een aanpassing van het Burgerlijk Wetboek.

Eind 2015 werd het voorstel voor de Wet doorstroming huurmarkt 2015 ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel vormt een onderdeel van een pakket maatregelen van het kabinet om de doorstroming op de huurmarkt te bevorderen. In dat kader worden de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur van woonruimte verruimd. In het Burgerlijk Wetboek geldt op dit moment een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd als uitgangspunt met een verregaande bescherming van de huurder, zowel als het gaat om de huurprijs, maar ook de mogelijkheden om de huur te beëindigen. Als uitzondering op die huurbescherming geldt de huur van woonruimte dat naar zijn aard slechts van korte duur is. Voorbeelden hiervan zijn de huur van een vakantiewoning of een wisselwoning tijdens de renovatie van de eigen woning. Het gaat hier om gevallen waarbij duidelijk is dat huurbescherming niet wordt beoogd.

Verder kent het Burgerlijk Wetboek een aantal opzeggingsgronden die betrekking hebben op tijdelijk gebruik van woonruimte, zoals het opnieuw bewonen van woonruimte door de verhuurder/eigenaar op grond van en zogenaamde diplomatenclausule en dringend eigen gebruik van woonruimte door de verhuurder/eigenaar als het gaat om een gehandicapten- of ouderenwoning of een studentenwoning. Daarnaast biedt de Leegstandswet de mogelijkheid om woningen tijdelijk te verhuren ter voorkoming van leegstand.

Bij invoering van de Wet doorstroming huurmarkt 2015 zullen de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur worden uitgebreid, enerzijds door een uitbreiding van de categorieën van dringend eigen gebruik als opzeggingsgrond en aanpassing van de zogenaamde diplomatenclausule, maar daarnaast ook door de introductie van een nieuwe vorm van tijdelijke verhuur: de huurovereenkomst voor (bepaalde) korte tijd met een maximumduur van één jaar als het gaat om zelfstandige woonruimte en een maximumduur van vijf jaar als het gaat om onzelfstandige woonruimte.

Met de introductie van de huurovereenkomst voor korte tijd wordt tegemoet gekomen aan de wens van aanbieders van woonruimte om niet in alle gevallen vast te willen zitten aan een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd en daarbij behorende huurbescherming voor de huurder.

In de huurovereenkomst voor korte tijd zal worden opgenomen hoe lang de huur zal duren, waarbij de huur van rechtswege zal eindigen wanneer de overeengekomen duur van ten hoogste één jaar bij zelfstandige woonruimte is verstreken. Er zullen bij de huurovereenkomst voor korte tijd geen opzeggingsformaliteiten gelden.

Om de huurder toch enigszins te beschermen, zal gelden dat geen sprake kan zijn opvolgende huurovereenkomst voor korte tijd. Een tweede, opvolgende huurovereenkomsten voor korte tijd zal gelden als huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hetzelfde zal gelden als de verhuurder de huurder na de jaartermijn in het gehuurde laat zitten. Ook dan zal sprake zijn van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Omdat het wetsvoorstel een onderdeel vormt van een pakket maatregelen om de doorstroming op de huurmarkt te bevorderen, is het de bedoeling dat de Wet doorstroming huurmarkt 2015 op 1 juli 2016 wordt ingevoerd.

Mark van Langeveld, mvanlangeveld@bilt.nl