De overheid streeft er met de Omgevingswet het omgevingsrecht – alle wet- en regelgeving die betrekking heeft op de fysieke leefomgeving – te bundelen in één wet. Het is de bedoeling dat een burger of onderneming straks bij één loket één vergunning kan krijgen voor een ruimtelijk project, zoals het transformeren van een kantoorgebouw.
De wet zal minstens 26 wetten vervangen. De huidige wetgeving sluit niet (meer) aan op de huidige en toekomstige ontwikkelingen, bovendien is het versnipperd en niet inzichtelijk genoeg.
De spelregels van de wet zijn opgenomen in vier Algemene Maatregelen van Bestuur, te weten het Omgevingsbesluit, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving, die samen zo’n 120 bestaande AMvB’s vervangen.
De Minister heeft in een brief van mei 2018 bevestigd dat de wet op 1 januari 2021 in werking treedt. Om ervoor te zorgen dat deze datum wordt gehaald, zal de planning jaarlijks worden herzien, zo heeft de Minister aangekondigd.
De Omgevingswet is van toepassing op de fysieke leefomgeving en de activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Uitgangspunt is dat de gemeente bevoegd is, tenzij sprake is van een nationaal of provinciaal belang.
De bestemmingsplannen zoals we die nu kennen zullen worden vervangen door het omgevingsplan. Per gemeente zal er één omgevingsplan komen, vast te stellen door de gemeenteraad. Alle bestaande bestemmingsplannen zullen van rechtswege per 1 januari 2021 omgevingsplannen worden.
Heeft u vragen over de nieuwe Omgevingswet? Neem dan contact op met Paula van den Berg via pvandenberg@bilt.nl.